Delphy
|
Verwaarding houtige reststromen biedt kansen voor fruitteelt!
Special 'bemesting', nieuwsbrief 8 (1-3-2019)
In de fruitteelt is qua bemesting de laatste jaren veel eenzijdig materiaal toegediend met het oog op beschikbaarheid. Te denken valt aan één product (bijvoorbeeld alleen champost) maar ook weinig variatie binnen het product. Een positieve uitwerking van de toepassing van natuurlijke bemesting is dat we op veel bedrijven de minerale huishouding zien veranderen, het organische stofgehalte toeneemt en het bodemleven in positieve zin wordt geactiveerd. Tegelijk zien we het belang van een uitgebalanceerde en voldoende complexe opbouw van organische stof, waarbij jaarlijks een gelijke afgifte en beschikbaarheid voor de plant gerealiseerd wordt.
Een goed alternatief is het gebruik van dierlijke mestvarianten. Het initiërende project Slim Bemesten (2013-2016) vanuit ZLTO en Delphy provincie Zeeland, heeft dan ook als sterke basis gediend voor gefundeerd onderzoek naar het nut en de noodzaak van het verhogen van organische stof, activeren van het bodemleven en het aanvullen van nutriënten. De eerste analyses zijn positief.
Om deze reden leggen ZLTO en Delphy zich met ondersteuning van RVO erop toe om connecties te leggen tussen de veehouderij en fruitteeltsector. In de veehouderij is de laatste 10 jaar op diverse locaties geïnvesteerd in vrijloopstallen. Dit houdt in dat koeien naast de rantsoenplaats vaak 2/3 van de schuur ter beschikking hebben om op stro, houtsnippers of ander organisch materiaal te liggen. Het principe is gebaseerd op de ouderwetse potstallen waarbij dierenwelzijn van belang is, naast lagere uitvalpercentages, etc.
Loopstal
De input van organische materialen varieert per stal en valt te sturen. Uiteindelijk dient het materiaal voor vochtabsorptie en binding/compostering van de mest aan de houtige materialen. Veelal wordt één keer per jaar de stal leeggereden om weer een nieuw pakket met minder verdamping te creëren voor de koudere wintermaanden.
Een uitdaging in de toepassing van deze mest, is de grote diversiteit aan houtige reststromen. Met andere woorden, er kunnen verschillende soorten houtsnippers in de mest zitten en dit verschilt ook nog eens per stal. Dit kan een probleem vormen bij de toepassing in sommige agrarische sectoren, zoals de voedingslandbouw (aardappelen, etc.). Ondanks de overige kwaliteiten van deze mest, levert het dus voor sommige sectoren problemen op.
Voor de fruitteelt kan de houtige reststroom juist kansen bieden voor het afdekken van de onderstam, verhogen van het organische stofgehalte, etc. In dit kader is in 2018 gestart met een praktijkproef bij Vogelaar Fruitcultures en Fruitbedrijf van Gils. Op deze locaties zijn een strovariant en houtsnippervariant gestrooid en wordt opgevolgd wat het effect hiervan is. Bij dit project zijn 10 fruitteeltbedrijven en 10 veehouders aangesloten voor kennisuitwisseling. De uitkomsten worden in vervolgbijeenkomsten aan de hand van analyses verder uiteengezet. De toepassing van houtige reststromen lijkt vooralsnog veelbelovend voor de fruitteelt. Delphy en ZLTO houden u op de hoogte over de vorderingen.
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Luuk van Wezel van ZLTO via 0621212444 of luuk.van.wezel@zlto.nl, of met René Bal van Delphy via 0653375087 of r.bal@delphy.nl.Telers die interesse hebben om deel te nemen, kunnen zich eveneens bij hen melden.
Eerste praktijktesten variabele wortelsnoei geslaagd
Nieuwsbrief 45 (14-12-2018)
Variabele wortelsnoei op basis van dronebeelden moeten gaan zorgen voor een egaler gewas met een hogere opbrengst. De eerste praktijktesten bij de fruitteeltbedrijven Frans Rijk in Dronten en Van Ossenbruggen in Ingen lijken geslaagd. Een verslag.
In 2017 startten Fruitbedrijf Rijk in Dronten, dronewerker Aurea Imaging en Delphy met het realiseren van wortelsnoei aan de hand van taakkaarten. Deze waren opgesteld naar aanleiding van metingen het jaar daarvoor. In het voorjaar van 2018 zijn Van Arendonk Mechanisatie (SBG) en GPX Solutions erbij betrokken om de techniek en het automatiseren van het wortelmes te realiseren.
Op basis van groeikrachtmetingen wordt de groeikracht bepaald op boomniveau. De groeikracht wordt berekend door het digitaal in beeld brengen van de biomassa en de hoogte per boom. Handmatige nametingen door Delphy lieten zien dat deze verzamelde gegevens sterk de werkelijkheid benaderen en daardoor bruikbaar zijn voor verdere berekeningen.
Wortelsnijden. Foto: Delphy
Afgelopen oktober zijn bij Fruitteeltbedrijf Rijk de eerste praktijktesten uitgevoerd. Deze waren geslaagd en leverden verder een aantal verbeterpunten op. De snelheid van het mes, de positie en snelheid van de bewegingen in combinatie met de zijwaartse druk maken de wortelsnoei nog tot een uitdaging. Daarbij is een exacte positiebepaling vanuit de dronebeelden leidend voor het snijden op boomniveau. De AB-lijn van de drone moet dus exact overeenkomen met die van de GPS.
Afgelopen twee weken is het tweede variabele wortelmes van Loonbedrijf van Ossenbruggen in gebruik genomen op het gelijknamige fruitteeltbedrijf in Ingen. Na het doorvoeren van de verbeterpunten bleken ook hier dat er nog een aantal technische aanpassingen nodig zijn voor 100% optimalisatie. Tijdens de snoei had de snoeiploeg van Van Ossenbruggen de dronebeelden bij de hand. Zij waren overtuigd van de juistheid van de metingen.
Berekende groeigracht perceel Van Ossenbruggen.
Hoe donkerder de groene kleur, hoe groter de groeikracht. Rood betekent de laagste groeikracht. Bron: Delphy
Om tot het optimale resultaat te komen is de exacte vertaling van groei naar snijdiepte van belang. In 2017 zijn bij Frans Rijk al eerste proeven met diverse snijdieptes aangelegd. Deze percelen zijn in 2018 ingemeten met een drone, de data worden momenteel verwerkt door Delphy. Via deze methode kan een een-op-een verband worden gelegd tussen de gemeten groeikracht en benodigde wortelsnijdiepte. Dus hoe meer biomassa en hoogte de drone heeft gemeten, hoe dieper de wortels worden gesneden.
Deze winter zullen bij zowel Frans Rijk als Van Ossenbruggen diverse percelen worden gesneden en opgevolgd. Het animo vanuit telers neemt sterk toe. Uiteindelijk is homogeniteit van cruciaal belang om op perceelniveau tot een optimale productie en kwaliteit te komen.
Delphy gaat het variabel wortelsnijden vanaf volgend jaar als service aan telers aanbieden. Heeft u als teler interesse om in 2019 één of meerdere percelen in kaart te laten brengen en het variabel wortelsnijden te laten uitvoeren? Neem contact op met René Bal via r.bal@delphy.nl of 06-53375087. De coördinatie van het inmeten van percelen, dataverwerking en communicatie met de loonwerkers wordt gecoördineerd door Delphy.
René Bal
r.bal@delphy.nl
+31(0)6-53375087
Delphy: perceel en gewas gericht irrigeren
Dankzij de neerslag op 30 oktober 2018 gaat 2018 niet de boeken in als het droogste jaar in historie. Het neemt echter niet weg dat de droogte veel invloed heeft gehad op het teeltseizoen 2018. Na het vorstjaar 2017, waarbij het contrast tussen bedrijven groot is geweest, zal 2018 eveneens invloed hebben op een groot aantal bedrijven. Het klimaat is grillig. Dit maakt de noodzaak des te groter om als fruitteeltsector in te spelen op het veranderende klimaat. Een advies van Delphy.
Het is een feit dat niet ieder bedrijf door de geografische ligging de beschikking heeft over voldoende en goed water voor beregening en irrigatie. Naast de geografische ligging moeten we ook concluderen dat het soms een ondernemerskeuze is geweest om niet te investeren in water, waardoor de kwaliteit en beschikbaarheid van water en het bewateringssysteem technisch grote en soms onnodige beperkingen hebben.
Foto: Delphy
Delphy heeft als visie dat teeltbedrijven in alle sectoren meer gaan digitaliseren. De data die hedendaags verzameld kunnen worden met betrekking tot bodem en gewassen in combinatie met het klimaat, spelen een belangrijke rol in de advisering. Begin 2018 is team fruitteelt gestart met het bouwen van een irrigatiemodel. Hierbij gaan grondkarakteristieken een zeer belangrijk rol spelen. Is er sprake van lichte of zware grond? Wat is het organische stofpercentage? Hoe actief is het bodemleven? Wat is de grondwaterstand? Al deze factoren komen aan bod om de uiteindelijke beworteling, opname van water en nutriënten te bepalen. Deze parameters worden op perceelniveau ingevoerd in Delphy’s teeltmanagementsysteem QMS fruitteelt. Door deze te combineren met klimaatgegevens en data vanuit digitale bodemvochtsensoren, kan een gericht advies gegeven worden.
De grafiek toont de gerealiseerde neerslag (rood) en de berekende gewasverdamping (groen).
Bron: Delphy
Met het model streven we er naar om de watergift te optimaliseren. Teveel watergift kost geld, verdringt zuurstof (bodemleven) en kan nutriënten uitspoelen. Te weinig watergift reduceert groei, kwaliteit en productie. Alles draait dus om de balans van vocht in de bodem per fase van het groeiseizoen. Het model geeft advies in benodigde millimeters per etmaal, daarnaast geven de sensoren de natuurlijke bufferende werking aan die in de praktijk bijgestuurd kan worden met bijvoorbeeld organische stof wanneer noodzakelijk. Uiteindelijk zal het mogelijk zijn om diverse merken en typen sensoren op het model aan te sluiten, waardoor het breed inzetbaar zal zijn.
Foto: Delphy
In 2018 zijn Van de Water Fruit, Lewis Fruit & Flowers en Fruitbedrijf Steijn-Bal gestart met praktijkmetingen. Deze data worden momenteel gevalideerd, waarna het model in 2019 op grotere schaal in de praktijk gebracht zal worden.
Geïnteresseerden in Delphy’s irrigatiemodel kunnen contact opnemen met R. Bal via r.bal@delphy.nl of +31- (0)6-53375087.
Deel 1: introductie en gewasbeschermingsapp (10-2-2018)
Lees dit artikel in nieuwsbrief 3
Op 5-2-2018 spraken Fruitteeltonline met René Bal van Adviesbureau Delphy. Sinds 1-11-2017 is hij teamleider – officieel ‘manager’ – van het Team Fruitteelt. Het tweedelige verslag leest u de komende tijd in dé nieuwsbrief voor de fruitteler.
De overgang naar de functie als teammanager was eigenlijk een vrij natuurlijk verloop. René is altijd al op zoek naar de ‘toekomst voor de fruitteelt’, waarbij innovatiedrang, gedrevenheid en bundelen van de krachten in het team steeds speerpunten zijn geweest. Achter de schermen functioneerde hij daarom al een hele tijd op de wijze zoals hij nu doet. De toekenning van een leidinggevende functie gaf hem de ruimte om zijn rol verder uit te bouwen en optimaal te vervullen. Ook biedt het hem de mogelijkheid om meer nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten.
Naast de gebruikelijke advieswerkzaamheden bij Nederlandse telers, liggen Renés nieuwe taken vooral op het vlak van digitalisering en internationalisering. Dit laatste is er met name op gericht om kennis uit te wisselen met partijen uit het buitenland. “Ik was sowieso internationaal al behoorlijk actief”, geeft René aan. “Door het samen optrekken met buitenlandse partijen ontstaat er meer onderlinge samenwerking. We wisselen kennis uit en kunnen onze krachten bundelen, om op deze wijze tot een beter advies voor de telers komen. Het buitenland leert van ons, maar wij ook zeker van de ontwikkelingen in het buitenland waar we als sector op in kunnen spelen. Op vergelijkbare wijze trekken we bijvoorbeeld ook op met de bomenteelt, omdat de principes die voor de fruitteelt gelden, ook grotendeels daar van toepassing zijn en andersom. Delphy is in vele sectoren actief, wat kansen biedt om de digitalisering op brede schaal in te zetten.”
De term ‘manager’ klinkt wat René betreft wel wat zwaar; hij is zelf vooral fruitteler en adviseur, en maakt zich in het team hard voor het belang van de fruittelers. Bij de telers in de boomgaard zijn zal echter zijn grootste bezigheid blijven.
René is het met me eens dat dit een hartszaak is. En dat blijft. Tegelijk, of misschien wel daarom, is René binnen Delphy tevens organisatiebreed betrokken bij het doorvoeren van digitalisering, iets wat ook altijd zijn belangstelling heeft. Volgens René wordt dit het advies van de toekomst. Hij vertelt: “Voor de kleine partijen wordt bedrijfsadvies op locatie op een gegeven moment te duur. Bundelen van bedrijven gebeurt al, maar hierdoor kan men voorbij gaan aan het belang van kwalitatief goed advies. Digitalisering is van belang om telers van advies te blijven voorzien en hen optimaal te kunnen blijven bedienen.”
De eerstvolgende stap daarin was de gewasbeschermings-app, welke tijdens de afgelopen vakbeurs in Houten is gelanceerd. “De bedoeling van deze GWB-app is om de fruitteler een actuele informatiebron te bieden waarmee diens teleractiviteiten meer kunnen worden ondersteund. Veel informatie is nog versnipperd, men zocht zelf dingen op in het ‘lastige’ CTGB-systeem of op etiketten. Via de app proberen wij al deze informatie overzichtelijk weer te geven.”
Een voordeel van de app is dat deze altijd actueel is. Dit in tegenstelling tot de gewasbeschermingsgids, die door alle wijzigingen in het middelenpakket soms al na een paar maanden niet meer helemaal klopte. “Details zijn van belang bij de toepassingen, maar deze kunnen snel wijzigen. Nu houden we dat actueel.” In feite bevat de app het gedeelte over gewasbeschermingstoelatingen en de bijbehorende details, welke vroeger in de gids stonden. Dit deel is voortaan dus altijd kloppend. In de gids zelf worden de toelatingen verder gespecificeerd. Bij aankoop van de GWB-gids ontvangt men vanaf nu automatisch een code voor de app. De gids dient daarbij als achtergrondinformatie bij de toepassingen en teelthandelingen.
Wat is nu het grote voordeel van de app? René legt uit: “Het voordeel ervan is dat telers er snel op terug kunnen vallen. Als een teler bijvoorbeeld de spuit staat te vullen en twijfelt, dan kijkt hij snel in de app: wat mag ik wel en niet? Dit zijn vragen die we door het seizoen heen vaak krijgen van telers. De app is bovenal snel, eenvoudig, efficiënt en actueel. Het handige daarbij is dat de GWB-app volledig ingericht kan worden op de eigen rassen en middelen van het bedrijf.”
René gaat verder: ”In de app kun je per teelt, ziekte/plaag, type onkruid of ander soort probleem naar het juiste stadium van het seizoen gaan en daar inzien wat is toegestaan. Zo kan in de veelheid aan informatie steeds makkelijk het juiste middel bij het juiste stadium opgezocht worden.
Momenteel is de app nog niet in gebruik, alleen intern. “Sinds de beurs in Houten stromen de aanmeldingen binnen”, vertelt René. “De komende weken zal de app van start gaan en zullen we de eerste gidsen met bijbehorende inlogcode gaan versturen. Op tijd klaar voor het nieuwe seizoen dus!”
Uniek van de GWB-app is dat hij voor iedereen verkrijgbaar is in combinatie met de GWB-gids. Ook niet-klanten van Delphy kunnen hem dus gebruiken. Wilt u meer lezen over de app? Klik hier om de flyer te bekijken.
En wilt u de gewasbeschermingsgids met app bestellen? Klik hier voor het aanmeldformulier.
Over enkele weken in Fruitteeltonline: Delphy’s Quality Management Systeem (QMS), het digitale systeem voor teeltoptimalisatie. Het is één van de belangrijkste ontwikkelingen waar Team Fruitteelt zich momenteel mee bezighoudt.
Heeft u vragen over QMS? Geef het dan (anoniem) aan ons door via deze link:
Wij zullen uw vragen voorleggen aan René Bal en Team Fruitteelt Hun antwoorden publiceren we in het volgende artikel.
Deel 2: Quality Management System
Lees dit artikel in nieuwsbrief 7 (24-302018)
Dankzij geautomatiseerde metingen worden steeds meer factoren binnen de fruitteelt inzichtelijk. Denk aan temperatuur, bodemvochtigheid, aantal bloemknoppen, vruchten etc. Het combineren en inzetten van deze data leidt tot een beter teeltresultaat. Adviesbureau Delphy ontwikkelde hiervoor het Quality Management Systeem voor de fruitteelt (QMS Fruit). Vandaag een uitleg door René Bal, manager van Team Fruitteelt.
René Bal vertelt: “Twee tot drie jaar terug ontstond het idee om QMS te gaan ontwikkelen als apart product. We merkten echter dat het programma veel raakvlakken met de dagelijkse advisering heeft. Daarom presenteren we QMS nu als aanvulling op het reguliere teeltadvies.” De bedoeling van QMS is dat telers op basis van feitelijke gegevens prognoses kunnen maken en de teelt veel beter kunnen sturen. Het uiteindelijke doel is advies tussen bedrijfsbezoeken door digitaliseren en hierdoor de teler extra ondersteunen.
Wat voor informatie biedt QMS?
QMS verzamelt o.a. de volgende basisinformatie:
- Weersgegevens in de eigen regio. De actualiteiten worden constant up-to-date gehouden om de bespuiting te kunnen aanpassen. Per cultuur worden temperatuur, neerslag en uiteindelijke groeiverwachting weergegeven, waarbij het verloop ook bekeken kan worden in hele jaren of gedurende het seizoen. Op deze wijze kan eenvoudig een vergelijking in seizoenen gemaakt worden.
- Afgelopen weer. Telers kunnen terugkijken hoe koud het bijvoorbeeld in hun plaats is geweest. Het is transparant en overzichtelijk weergegeven. Ook neerslag kan teruggezocht worden en er kunnen vergelijkingen tussen jaren worden gemaakt.
- Prognoses. Op basis van de verzamelde gegevens in combinatie met de specifieke kenmerken van de teelt, genereert QMS een perceel- en rasspecifieke grafiek of prognose. Hierdoor kunnen beter onderbouwde en dus effectievere teeltmaatregelen worden getroffen.
Voorbeeld oogstprognose in QMS. (Bron: Adviesbureau Delphy.)
QMS geeft de volgende prognoses en inzichten:
- Bloeiperiode: eicelvitaliteit en pollenbuisgroei. De succesvolle combinatie hiervan is het wel of niet tot stand komen van vruchtzetting. QMS ondersteunt de beslissing van de teler met betrekking tot wegdunning of stimulatie, wat rasafhankelijk is.
- Zetting: chemische dunning. Op basis van handmatige telling is in QMS de zetting bij te houden. Zo kan het juiste moment van spuiten worden bepaald. De ervaring leert dat dit vaak nog op gevoel gebeurt, en dat telers dan veelal te laat zijn of onnodige risico’s lopen. Dit kan naderhand veel handwerk opleveren. QMS geeft het gevoel van de teler rondom het weer in een grafiek weer. Hierbij wordt niet alleen naar pollenbuisgroei gekeken maar ook naar de eicel, welke bij kou afsterft.
- Groeiperiode: groeiactiviteit. QMS maakt inzichtelijk hoe groeizaam het huidige klimaat voor appel en peer is. Op basis hiervan kunnen groeiregulatoren- of stimulatoren worden ingezet.
- Groeiperiode: stress. Aan de hand van het klimaat (temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag en straling) maakt QMS het stressniveau van de boom inzichtelijk. Op basis daarvan kan het spuitprogramma worden bepaald. Dit gaat hand in hand met advies. René vertelt: ”Wij adviseren de teler eerst, waarna deze met behulp van QMS zelf het klimaatverloop in de gaten kan houden om het juiste tijdstip voor de besproken aanpak te bepalen.”. Zo gaat advies gezamenlijk op met QMS.
In de aanloop naar de junirui kan bovendien op basis van QMS worden ingeschat hoe sterk de rui zal zijn en in hoeverre bespuiting nodig is.
- Oogst: oogstprognose. Op basis van een combinatie van verschillende factoren gedurende het seizoen, berekent QMS Fruit de oogstprognose. Op basis hiervan kan tijdig oogstpersoneel worden ingehuurd en het afspuitschema worden bepaald. Voor de perenteelt wordt gerekend met uiterste oogstdatum voor lange bewaring. Dit is voor ieder bedrijf anders, zo wordt het plukadvies bepaald.
- Winter: koude-uren. De nachttemperatuur en de hoeveelheid straling / licht bepalen de energieopbouw in de boom, welke kou nodig heeft om tot rust te komen. Met name in warmere teeltgebieden is de inzet van QMS interessant (test zuidelijk halfrond om in de gaten te houden of de energieopbouw te hoog wordt en eventuele maatregelen moeten worden getroffen.
- RIMpro / Welte. Deze systemen zijn geïntegreerd in QMS. Uniek aan Delphy’s aanpak is dat er naast RIMpro ook met Welte wordt gewerkt. Op basis van twee bronnen kan een nog beter advies worden gegeven met betrekking tot ziekten en plagen als schurft en fruitmot. Hierbij zijn alle modellen up-to-date omtrent de diversiteit die zowel RIMpro als Bodata aanbieden.
Duidelijk is dat QMS tot een beter inzicht leidt in de teelt, waarna de juiste aanpak met de adviseur kan worden besproken.
Vorig jaar heeft een eerste groepje telers met QMS gewerkt. Regelmatig is het nog erg nieuw. Door de samenwerking met adviseurs van Delphy begint men echter de meerwaarde te zien.
Dankzij QMS verwacht Delphy bovendien steeds beter advies op afstand te kunnen geven. Hierdoor worden kosten bespaard en kan Delphy bovendien meer klanten van advies voorzien. Komende jaren zal Delphy nog volop werken aan het uitbouwen en steeds verder optimaliseren van de groeimodellen. Delphy streeft ernaar zich te onderscheiden in digitaal advies door de ontwikkelingen in alle plant-gerelateerde sectoren verder uit te bouwen.
QMS is verkrijgbaar in combinatie met de nieuwsbrief Actua voor 250,- per jaar. Een investering die zich naar alle waarschijnlijkheid gemakkelijk terugverdient.
Contactinformatie:
René Bal - Manager Team Fruitteelt
+31 (0)6 – 5337 5087
r.bal@delphy.nl
delphy.nl
Biologisch telen is een vak
Bio-special, nieuwsbrief 14 (12-5-2018)
Er is steeds meer belangstelling voor de biologische fruitteelt. Gerjan Brouwer, adviseur biologische fruitteelt van Delphy, heeft contact met alle Nederlandse biologische fruitteeltbedrijven en geeft advies aan zowel bedrijven in omschakeling als bedrijven die al lange tijd biologisch werken. Ze vertelde Fruitteeltonline over haar ervaringen.
Brouwer: “In de loop der jaren heb ik de biologische fruitteelt enorm zien veranderen. We hebben veel meer kennis gekregen van de teelt en de mogelijkheden om ziekten en plagen te beheersen. De bedrijven die nu omschakelen, profiteren van de opgedane kennis. Aan de andere kant zie je dat er elk jaar weer nieuwe uitdagingen op ons pad komen. Nachtvorst, regenrijke perioden, nieuwe rassen en beperkingen in het middelenbeleid, stellen ons voor nieuwe uitdagingen. Biologisch fruit telen is een vak, waar je voor meer dan 100% mee bezig moet zijn. Je kunt het als fruitteler er niet zo’n beetje bij doen. Het vergt veel inzet en creativiteit, en een behoorlijke dosis vakmanschap. Mijn rol is om de opgedane kennis te vertalen naar de specifieke situatie van elk bedrijf. Daarnaast geeft ik elke winter een cursus Biologische Fruitteelt. De deelnemers krijgen een schat aan informatie te verwerken”.
Zijn er een aantal voorwaarden waar een bedrijf aan moet voldoen, als het erover denkt om te starten met de biologische teelt?
“In de biologische grootfruitteelt is een meerrijensystemen niet haalbaar. Ten eerste omdat de mechanische onkruidbestrijding niet is aangepast aan dit systeem, maar vooral ook omdat in een meerrijensysteem het gewas minder open is en slechter opdroogt. Schurft bij appel en peer is dan moeilijk te beheersen. Dit geldt overigens ook voor een enkele rij. Houd de boom open, en zorg voor een beheerste groei, geen hergroei en tijdig afspuiten. Wortelsnoei is één van mogelijkheden. Een volgend advies is om niet te starten met rassen die erg ziekte- (schurft) gevoelig zijn, of zeer gevoelig zijn voor vruchtboomkanker. En ook niet met percelen waar al veel vruchtboomkanker in zit. Dat is vragen om problemen in de biologische fruitteelt. We zijn op zoek naar het ideale ras, ongevoelig voor ziekten en plagen, zelfdunnend, geen beurtjaren en een goede productie. Natyra is fantastisch qua smaak en houdbaarheid, maar de teelt moeten we nog in de vingers krijgen. Een andere verandering is de bemesting. Alleen organische meststoffen zijn toegestaan, bodemleven moet deze omzetten tot opneembare voedingsstoffen. Dit vraagt meer aandacht voor bodemverbetering en organische stof.
Bij kleinfruit is de grondgebonden teelt een belangrijk item. Teelt op substraat is niet mogelijk in de biologische landbouw. Vooral voor de frambozenteelt vraagt dat veel aanpassingen, een vruchtwisseling is noodzakelijk om bodemgebonden ziekten te voorkomen."
En hoe gaat de biologische fruitteelt om met ziekten en plagen?
“De basis is preventie. Daarom zetten we in op het bevorderen van natuurlijke vijanden. Veel omschakelende fruittelers geven aan dat zij veel beter gaan kijken naar wat er in de boomgaard gebeurt, bijvoorbeeld door zelf weer klopmonsters te nemen. Niet klakkeloos bestrijden, maar waarnemen en gericht beslissen. Ik kom regelmatig langs op de bedrijven en kijk naar de schurftsituatie, de aantallen appelbloesemkever, roze appelluis, appelzaagwesp, perenbladvlo, perenknopkever en perengalmug, én de aanwezigheid van natuurlijke vijanden. Samen beslissen we welke maatregelen genomen moeten worden. Voor de schurftbeheersing word ik regelmatig gebeld voor overleg. Het aantal middelen in de biologische teelt is beperkt. Samen met de fruittelersvereniging Prisma en NFO werken we er hard aan om een werkbaar middelenpakket te behouden."
"Waarnemingen aan ziekten en plagen en hun natuurlijke vijanden vormen een belangrijk onderdeel in het advieswerk"
"Samen met de teler wordt een klopmonster genomen"
Zijn er meer kosten verbondende biologische fruitteelt meer kosten met zich mee?
“Ja, er zijn meer kosten. Machines voor mechanische onkruidbestrijding, een compost- of mestverspreider, een dunmachine en eventueel in een aparte spuit moeten worden aangeschaft. En er is meer arbeid in onkruidbeheersing, waarnemen en beheersen van ziekten en plagen, bemesting en (hand)dunnen. Daarnaast zijn er ook extra kosten voor de biologische controle (Skal). De afzet moet worden geregeld. In de drie omschakelingsjaren is de ruimte op de biologische markt beperkt. Houdt hiermee rekening bij de begroting voor de omschakelingsperiode van uw eigen bedrijf. Deskundigen van Delphy kunnen ondersteunen bij het maken van de begroting en bij de financiering. De opbrengsten liggen wat lager, daar tegenover staan hogere prijzen voor biologisch fruit.
Heeft de biologische fruitteelt toekomst?
“Ik ben ervan overtuigd dat de biologische fruitteelt blijft. Er blijven steeds uitdagingen in de teelt, dat maakt het levendig en boeiend. Na meer dan 25 jaar in de biologische teelt werk ik nog steeds met plezier. Als ik zie hoeveel vooruitgang we in die periode hebben geboekt, zie ik de toekomst positief in”.
Bezoekadres: Heesterakker 2F
W www.delphy.nl |